(Foto KAzO.)
Stel jezelf eens voor.
“Dag, mijn naam is Marie Christine Lansens en ik woon in Koekelare waar ik de familie zaak verder zet. Mijn overgrootvader gaf elk van zijn zoons en zijn dochter een winkel. Hijzelf ging verder de boer op met textiel.”
“Mijn grootvader zou een groothandel in stoffen opzetten. Maar hij had tijdens de Eerste Wereldoorlog in de gasbombardementen gezeten en zijn longen waren kapot. Mijn grootmoeder Liza beloofde op zijn sterfbed in februari 1933 de zaak verder te zetten voor de zoon, maar… Nadat ik tien jaar in het onderwijs had gestaan, heb ik de zaak van mijn moeder overgenomen en uitgebreid.”
Hoe blik je terug op het jaar van de coronapandemie?
“Vanaf de eerste dag in maart hebben wij - mijn man, aannemer hoogbouwwerken op rust, en ik - ons in de naaikamer teruggetrokken en wij hebben enkele honderden stoffen mondmaskers gemaakt. Op dat moment kon hij geen speld steken maar weldra kwam daar verandering in. Hij had zeker een goeie prive lerares?”
“Als ‘essentiële’ zaak hielden we stand maar gemakkelijk was het niet.
Gelukkig woonde ik in mijn eigendom - zoals de Brusselaars me verweten - en ben ik creatief. Mijn twee honden Isidoor en Kamiel zorgden voor wat afleiding en ik heb zeer veel gerei dat nu eindelijk boven water kwam. En dan is er nog altijd mijn patchwork om me af te leiden.”
Hoe kijk je vooruit?
“Ik kijk vooruit naar een tijd waar iedereen weer vrij bij me kan langskomen zonder mondmasker en met een goed humeur. En dan kan ik aan de uitverkoop beginnen want mijn man wil toch nog ooit eens kunnen beginnen met de renovatie van Noordomstraat 10 en 12.”